Dagboek
de ziel kan ook van verf zijn
Vandaag dacht ik : ‘Ik moet maar weer eens gaan schrijven op mijn blog’. Het is druk geweest, het afgelopen jaar. En schilderen is toch, uiteindelijk, voor een buitenstaander pas interessant als er werk aan de muur hangt. Het proces van de maker is er een van een alchemist. In stilte, vaak, en juist in afzondering. Toen ik dit blog begon was de motivatie vooral om een archief bij te houden: Wat deed ik wanneer, waar was ik mee bezig? En vooral: bij welke kunstenaarsfamilie hoor ik eigenlijk? Er ontstond een intensief onderzoek naar smaak, voor mezelf, naar verf, voor mijn werk, en naar verwoorden, voor de impuls van het werken. Vaak geholpen door de radio, mijn favoriete medium.
Inmiddels heeft de tijd me ingehaald. Facebook is het medium met de plaatjes en de praatjes. En binnenkort zal alles wel met i phone gebeuren. Het maakt me niet zoveel uit. Zelf weet ik dat ik het meest geniet van een ‘echte’tentoonstelling’, een zelf bijgewoonde presentatie. Dat slow food samenhangt met slow kijken. Dat creativiteit een bron is die kwetsbaar is en zorg nodig heeft. Ik heb tien vette jaren achter de rug. Ik heb kunnen doen wat ik het liefst wilde en nog wil : me ontwikkelen binnen mijn werk. Om mij heen zie ik de paniek toeslaan in het land van kunst en cultuur. Het geld verdwijnt; men meent te moeten gaan jagen. Om de subsidiepotten wordt gevochten. Van de creatieve sector wordt gevraagd snel, innovatief, vernieuwend en steeds fris te zijn. Er wordt hard gewerkt, enorm hard. Voor vernieuwing is ook rust nodig.
Binnen in deze culturele storm heb ik een groot cadeau ontvangen in woorden. Marjoleine de Vos zei over mijn werk bij de opening in Emmen : ‘de ziel kan ook van verf zijn’. Een klein stukje van haar essay is opgenomen in het literaire tijdschrift Liter , met 7 van mijn laatste werken, en verschijnt volgende week. Ik ben er trots op. Gepubliceerd worden tussen namen als Willem Jan Otten (over Ida Gerhardt), René van Loenen, Ellen Deckwitz en Kader Abdolah is alsof ik naar een bal mag.
Mijn verwanten hebben me opgezocht, zo lijkt het.
?
CBK Emmen
12 mei 2012/Uitnodiging
Het Echte Werk
Het Echte Werk van Dieric Bouts hangt in Berlijn. Die Gemäldegalerei. Allemaal stokoud werk. Opbotsen tegen een Giotto. De verkeerde kant op lopen, en dan, in een zaal die eigenlijk veel te groot is voor de minuscule werkjes van de Vlamingen hangen er twee tegeover elkaar: een Dieric Bouts, Jezus in het huis van Simon, en het protret van een meisje van Rogier van der Weijden. Ik ben er inmiddels mee vertrouwd geraakt, met de reproducties. Maar het zien van de Dieric Bouts was wel een eye opener.
Het werkje zal 30 x 40 cm zijn, iets je groter. Er is stevig laag over laag geplamuurd, het is echt niet alleen maar fijn. Maar de details zijn wel met een zeer geoefende hand en fijne haren op het penseel gedaan. Langer kijkend zag ik wat me bij de reproducties die ik gebruikte nog niet gezien had: Er rollen enorme tranen over haar wangen, die allemaal op de voeten van de Heere Jezus plenzen. Ik zag ook het witte hemd dat onder de blauwe bies van haar jakje uitsteekt, en de kwastjes van het tafellaken -dat ik weggelaten heb- nog heel goed. Het jakje is ook een beetje dood geschilderd, dik dicht, plakkerig.
En dan het meisje van Rogier van der Weijden. Zij is ook in het echt behoorlijk sereen. Mooi geschilderd, op het strakke af. Fascinerende blik. brutaal, eigenzinnig. Wakker. Ze is nog niet getrouwd, en ik denk dat de heer die haar gaat trouwen van goede huizen zal moeten komen wil hij nog iets in te brengen hebben in de keuken. Ik ben al een aantal weken met haar bezig geweest en ze bevalt me. Ik vind haar echt leuk. En haar blik is meer dan uitdagend. Er is een zelfde subtiliteit in haar blik als die in de gehuwde vrouw in het werk van Petrus Christus. ‘Ik heb je’. Zoiets.
voortgang
Hoewel langzaam -door veel noodzakelijke onderbrekingen- vordert mijn Maria Magdalena. Meer kleur op de wangen, meer schaduwen en meer intensiteit. Ik heb mezlef deze week nog cadeau gedaan, dan buigt zij om de voeten te olien. En leuk vind ik dat het steeds zichtbaarder wordt dat wij erg van boven op haar neerkijken. En in dit neerkijken houdt zij haar hoofd gebogen en tegelijkertijd trots overeind. De houding van haar hand vind ik prachtig! Vandaag nog een dagje gloed maken….
http://www.kunstindewei.nl/
Omdat we in Drenthe wonen, en omdat het hier zo mooi is, en omdat Hugo zo’n prachtige buitenplek heeft, ga ik er voor.
Een week buitenschilderen voor iedereen die er zin in heeft, alle niveaus, en vooral omdat het zo leuk is; een echte werkweek. Op zijn/haar Kilians.
Alle informatie vind je op de site http://www.kunstindewei.nl/. We klungelen nog een beetje aan de website, maar voor zover kan de info de deur uit!
marise maas
Zit lekker een les voor te bereiden en kom langs Marise Maas, een in Australië wonende Nederlandse. Meer weet ik niet van haar.
Wat is het toch lekker werk!!!
Maaike Meijer en Maria Magdalena 😉
Wat ben ik blij met deze zachte winter. Het atelier is, hoewel soms donker, steeds lekker van temperatuur. En ik blijf nu bezig met de werken voor de expositie die in mei gaat komen. Eigenlijk zou ik ieder werk 20 keer onder handen moeten nemen. Opnieuw en opnieuw en opnieuw. Vandaag las ik in NRC Next een artikel geschreven door Marjolein Februari met de titel ‘Vooral veel fouten maken’. Nou , ik doe mijn best. En ik zie dat ze dat een dikke 600 jaar geleden ook al deden.
mijn versie van Maria Magdalena, in aanbouw. 1.00 x 1.80 m.
Maria Magdalena wast de voeten van Christus in het huis van Simon, geschilderd door Dieric Bouts, te zien in de Gemäldegalerie in Berlijn. 1450-1460. Het was lastig een goede reproductie van het werk te bemachtigen. Na een dagje winkelen in Utrecht heb ik dus een mooi boek vol met het werk van Bouts. En hoewel ik zijn maniëristische stijl -langgerekte lichamen, smalle hoofden, buigende halzen en lange vingers- niet echt mooi vind (ik ben meer van kort en gedrongen) ben ik wel erg onder de indruk van de enorme helderheid van zijn werken. Na een eerste opzet, direct en precies vertaald met dezelfde formaten en proporties, kon ik er maar niet warm van worden. Het doek ‘pakte’ niet. De beslissing te herzien en nog meer vergrootglas op het werk te zetten vond ik lastig. De laatste weken, met dit project, loop ik regelmatig als een wiskundige om de doeken heen met de grote vraag: Hoe-Ga-Ik-Dit-Aanpakken ? Het blijft een oefening, een onderzoek naar de emoties in de werken van mijn Vlaamse Vrienden.
Uit de losse hand heb ik de figuur weer opgezet. Nu heb ik mezelf de vrijheid te geven het gezicht en lichaam zo neer te zetten dat haar houding mij iets vertelt. Een vrije interpretatie met begrenzingen. In het werk van Bouts meen ik te zien dat zij ook huilt, haar mond is vertrokken in een grimas en ik ben het daar gewoon niet met hem eens. Zij is toegewijd aan wat zij doet. Niet smartelijk. Denk ik. En denk hier dan over na.
Die tegelvloer is eigenlijk waarom ik zo op dit werk gevallen ben. Het is een fantastische vloer: steen, maar warm, met schaduwen en oneffenheden. Maar vooral is het patroon er een van oneindigheid. Ik kan me er helemaal in verliezen. Als kind -wij hadden tegels op de wc en in de gang- waren de tegels een bron van constante observaties. Onze stenen waren gevlamd, en ik zag er dieren en bossen in. Door het ritme van de tegels en de herhaling werd het kijken spannender. Ook nu, vandaag, is het heerlijk te experimenteren met kleuren en is het vertederend te zien dat het gebruikte perspectief een veel te grote ruimte suggereert. In ieder werk speelt het gegeven dat men ‘het door begon te krijgen’ maar nog niet helemaal wist hoe een echt perfecte ruimte te maken. Het rammelt en zit dan ook weer helemaal goed in elkaar. Ik vind dit veel leuker dan een beamer op een doek zetten en de lijnen natrekken. Ook ik zit met een schoollineaaltje en doe maar iets. Tellen, patroon terugvinden, een beet de Chiricoachtige toestanden, daar onder die tafel.
Terwijl ik de tegelvloer aan het zetten was luisterde ik naar het marathoninterview met Maaike Meijer, hoogleraar genderstudies en de biografe van Vasalis. http://www.vpro.nl/programma/marathoninterview/afleveringen/44244502/ Wat een inspirerende vrouw is dat! En aangenaam gezelschap voor een dagje werken. Een wetenschapper op neutrale wijze het woord ziel in de mond te horen nemen, over intuïtie te horen spreken en steeds oorspronkelijk te horen antwoorden maakt dat ik al luisterend, de ruimte van de verbeelding zowat kon horen waaien in mijn atelier *en dat ik er echt zin in had. Mogelijkheden te over. ‘Je moet niet bang zijn, je moet vrij zijn’, was een van haar uitspraken tegen een vriend.
Ik neem die ook ter harte en bedank haar bij deze.
* Ik laat deze zin staan. Hij is precies goed; ruimte van verbeelding horen waaien. Die houden we erin.
monteren, checken, fotograferen….
Terwijl ik gisteren bezig was met het monteren van de werken luisterde ik naar een ouder Kunststofinterview met Theo Mackaaij-de maker van het gouden kalf-. Het gesprek ging over zijn kunstenaarschap. Altijd interessant. Zwoegend met panelen die met houtklemmen aan elkaar gezet moesten, en schroeven die net lang en dik genoeg moesten zijn hoorde ik de collega zeggen dat hij het kunstenaarschap niet makkelijk vond. ‘Je moet goed weten wat je doet, want niemand anders vertelt je wat te doen’ ‘Veel commentaar van collega’s krijg je niet want die willen zelf excellereren’ ‘gedoe met geld’ ‘de ervaring dat je al in het vooruit werken toezegt waardoor je jezelf steeds achterna loopt’ en dat was het dan. Niet de gebruikelijke geïnspireerde jubel. En ik geef het toe, het deed me zo goed om een ander vrij neutraal te horen zeggen wat je zo in je eentje tegenkomt in het beroep. Deze missie. Die je eigenlijk alleen maar kan doen als je een beetje gestoord bent.
Ik zat op mijn hurken te werken aan de Madonna, een werk dat ik 2 maanden onder handen heb gehad. Een werk waarin ik geprobeerd heb om de leerling van Rogier van der Weijden weer te benaderen. Een werk waarbij ik me regelmatig afvroeg: waarom doe ik dit?
En nu ze af is weet ik het wel. Ik heb het gedaan omdat ik de behoefte heb aan iets dat mild en sterk tegelijkertijd is. Iets dat de tijd kan doorstaan. En ik heb het gedaan omdat ik technisch beter wil worden.
‘Maak wat je kan, dan maak je later wat je wilt’ stond er boven de ingang van de afdeling drie dimensionaal van Minerva.
10 december zal ik in Zevenaar vertellen over de laatste werken. www.galerie-meander.nl