Dagboek
Anna wordt significant
Lang en veel gewerkt de laatste weken aan mijn vrouwen. Na de zomer zijn de gesprekken met Peter Hiemstra intensiever geworden. We merken allebei dat ons project om onze vrienden te portretteren veel losmaakt in onze omgeving. Me vast houden aan mijn doel: staan tegenover het portret en dan iets mee krijgen van het karakter van de mens die ik ken, blijkt te werken. Inmiddels ben ik met onderpanelen bezig. Om de dames statuur te geven. Om de panelen te breken.
En om trouw te blijven aan mijn vlaamse vriendinnen.
‘Significant others’ wordt de titel van het project. We hebben nederlandse synoniemen geprobeerd, vertalingen erbij gehaald, maar niets pakte. Tot Rineke me op de gekozen titel de volgende zin stuurde:
In psychology, a significant other is any person who has great importance to an individual’s life or well-being.
details:
Sigunde
Eva
Lotta Blokker in Zwolle
Consumptieroomijsfabriek
de ouders
Ik vertrok naar Frankrijk met 8 doeken in alle soorten en maten. Stevige middematen. En vier kleintjes die al een tijdje in de weg stonden. Kist met verf, kist met kwasten. Kist met olie en terpentine.
Zonder plannen. Het enige plan dat ik had was het Louvre bezoeken en de tijd te nemen. Te beginnen.
Meteen de eerste week werd een tripje naar het Louvre gepland. Maar: dinsdag. Wees gewaarschuwd, het Louvre is op dinsdag gesloten. Dom natuurlijk. De dure dag , -want we moesten natuurlijk wel uit eten en verder ronddolen en dingen aanschaffen, leek een verloren dag. De plannen die ik had en de werken die ik wilde bekijken zouden me niet op weg helpen. Het betekende dus rauw beginnen. In de eerste week begon ik met tekenen en uitproberen. Daar gebruikte ik die kleine doekjes voor. Nu ik aan grote formaten gewend ben geraakt is het terug schroeven naar het kleine een ware uitdaging. Formaat verkennen, en vooral, weer tekenen. Gezichtsvormen – voorhoofden, ogen, uitdrukkingen- bleek een hernieuwde zoektocht.
De laatste jaren heb ik de Vlaamse Primitieven nog maar summier leren kennen. Natuurlijk zijn er steeds de handen, de vingers die nog net een emotie aanstippen, een aanraken dat nauwlettend gevolgd wordt door de ogen. En de composities zijn eenvoudig en helder., terwijl de uitvoering extreem gedetailleerd is. Streng zelfs. Ik ben naar dit alles op zoek: tederheid, strengheid, aandacht en een klein overzichtelijk verhaal.
In de stilte en de rust die er rond le Grand Champ lag begon ik steeds meer in het te vertellen verhaal te komen. Dat ging vanzelf terwijl ik aan het werk was onder de kersenbomen. Heerlijk. Herinneringen en elementen uit de omgeving -naast de Champ was een enorm zonnebloemenveld waarvan op dat moment net de eerste bloemen open gingen- kwamen samen in een nieuwe samenstelling.
Knausgård schrijft in een van zijn lange beschouwingen over Giotto wiens vernieuwende kracht lag in het feit dat hij als eerste personen schilderen die niet de kijker aankijken maar hun aandacht op iets binnen het beeld richten. Kunsthistorisch gezien interessante informatie en ik sloeg de boeken op die ik had meegebracht. Idioot dat ik de navolging ervan nog nooit zo duidelijk had gezien! Na het lezen van deze tekst werd alles eenvoudiger, en bezocht ik het Louvre op een woensdag.
Eerst via eerdere thema's, en daarna volgden nieuwe elementen.
De ouders
dus.
Of het mocht
Frankrijk, le Grand Champ
Het afgelopen voorjaar besloot ik in een impuls (en door de gegeven omstandigheden) een huis te huren in Frankrijk. Er stond een huis leeg, al een tijdje, en soms wilden de eigenaar het huis wel verhuren, als ze er niet teveel werk aan zouden hebben.
Het huis lag op een heuvel. Er waren kersenbomen in de tuin, een groententuin naast het huis. Uit die tuin mocht je groenten halen. Het huis was de woning geweest van wijlen de moeder van de boer van wie ik huurde. Sinds de jaren vijftig was er weinig aan vernieuwd, behalve dan een inderhaast aangeschafte waterkoker, broodrooster, fornuis en afwasmachine. (Alles uit de dichtbijzijnste supermarkt, zag ik later.) Er was geen WIFI, en de telefoonverbinding zou niet stabiel zijn. Het zou er heel stil en heel rustig zijn. Iets in dit verhaal sprak me zo aan dat ik meteen de beslissing nam zo lang mogelijk te gaan. Ik ben er zeven weken geweest. Te kort.
Ruimte blijkt moeilijk te vangen voor een digitale camera. Bovendien doe ik er niet veel mee, met fotograferen. Maar ik kan vertellen dat het waar is. Dat het huis eenvoudig is. En donker. En koel. Dat de tuin vol molshopen zit, waar je stoelpoten doorzakken. Ik weet nu hoe je kersenclafoutis maakt, en hoe je die uitdeelt als je ergens op bezoek gaat. Ik vond eieren voor mijn deur, haalde bessen bij de tuinierster een km verderop, at de sla uit de moestuin, kreeg wijn zonder etiket van een neef uit Morogues (Menetou Salon) en diefte de tomaten om de paar dagen. Het is waar dat als je s'avonds je lief wilt bellen je het huis uit moet en aan de andere kant van de heuvel moet gaan staan. Mijn mail haalde ik op bij een vriendin uit het dorp (3 km lopen) of bij het café 'Chez les filles', een café van drie vrouwen waar je gewoon cappucino kon bestellen zonder dat iemand er vreemd van op keek. Het is waar dat je op vrijdag biologisch brood kan kopen bij Albert en dat iederéén dat doet en dat iederéén een ruim begrip is, in het dorp. Woensdagochtend: markt in de stad verderop en ook daar vind je iedereen. De weidsheid van de omgeving maakt het mogelijk een netwerk op te bouwen dat vele kilometers beslaat en toch de intimiteit heeft van een straat. Dat is bijzonder.
Ik was er en had de boeken van Knausgård mee. 'Vader", 'Liefde', 'Zoon". Als ik alleen was zat ik s' avonds in de tuin en las de verhalen van een man die zijn eigen leven minutieus beschreven heeft. En daarmee het leven van de anderen. Zijn vader. Zijn oma, zijn broer, zijn geliefden. Het was heerlijk in het geluid van de stilte – vogels, krekels, specht, uil, spreeuwen, zwaluwen, reeën – over het landschap uit te kijken en daar genoeg aan te hebben. Ieder bezoek ontdekte iets anders om genoegen aan te beleven. De eerste gast ontdekte samen met me de winkels, het café, de omgeving en het koken. De tweede gast stippelde allemaal wandelroutes uit die steeds ingewikkelder werden en avontuurlijker en eindigde met een kleine bedevaart van vier dagen naar een Pelgrimsplek in de buurt. De derde gast was verrukt over de botanische ontdekkingen en de oeroude bomen die langs het pad te vinden waren. De gasten daaropvolgend stookten vuurtjes, dronken wijn, zorgden voor de goede gesprekken en konden heerlijk koken…
En daartussendoor bleef ik mijn buitenatelier inrichten, was de kamer een soort van binnenatelier en bleef ik zoeken en poetsen en tekenen en weghalen en weer opnieuw beginnen. Want als ik iets graag wilde in deze periode dan was het wat vele anderen niet willen als ze weg zijn van huis: Ik wilde werken.
Maria de ‘Medici. 11 jaar oud. Bronzino 1552
Bronzino 1552
het andere mooi
Toen in augustus vorige zomer de Ménière in alle hevigheid terugkwam zag ik in dat ik deze aandoening te accepteren heb.
Het niet kunnen rekenen op mijn lichaam bracht me tot het werken binnen mijn eigen intieme cirkel. Ik wilde vrouwen in mijn omgeving onder de loep te nemen om vooral heel erg goed te kijken naar wat ik zag. Naar wat ik werkelijk zou zien en welke abstracties en welke intenties ik zou vinden. Het werk zou de deur niet uithoeven, het zou markt vrij zijn en het proces zelf was er een van kijken en schilderen. Ik dacht, vooraf, dat het eenvoudig zou zijn. Echt waar, dat dacht ik. Het is fijn om naar vertrouwde gezichten te kijken en nog leuker is het om de gezichten hun verhaal te laten vertellen. Om in een verstilde ontmoeting te komen. Eenvoudig is het dus niet.
Ik dacht genoeg rekening te hebben gehouden met wat ons vrouwen zoal bezig houdt, als het over uiterlijkheden gaat. Geen make up, geen sieraden. Geen van allen. Geen lach. Geen verleiding. Ernstige gezichten kijken me aan. Gezichten die ik ook ken als ze in onbedaarlijke lach schieten, en als ze zich concentreren, huilen , boos zijn of gewoon aan niets denken. Bij het nemen van de foto's heb ik hen allen gevraagd om sterk aan 'iets' in de toekomst te denken dat hen bezig hield. In de blik zou de toekomst beschoren kunnen liggen. Ik had hoge verwachtingen.
De groep vriendinnen groeide langzaam maar zeker tot 5 paar ogen die me soms -en dat verbeeld ik me vast- een beetje verwijtend aankijken. Het blijkt confronterend te zijn jezelf door mijn ogen en handen verbeeld te zien. En dat terwijl ik toch echt de contouren van alle vormen bijna wetenschappelijk correct heb vastgelegd. Het blijkt moeilijk om juist 'die wang', 'die blik' 'die rimpels' te zien.
In die zin maak ik vrijwel niemand echt blij.
Hoe kan het dan zijn dat als ik binnen kom in mijn atelier ik de dames opgetogen kan groeten. Ik herken ze. Ik zie absoluut dat ze er nog niet zijn, maar wie ze zijn en wat zij in de ontmoeting voor mij betekenen begint er een beetje op te lijken.
Twee weken geleden kwam de partner van een van de geportretteerden langs en zag, voor het eerst, het geschilderde gezicht van zijn vrouw.
Hij herkende haar ook.