Dagboek

Hieronder staat een overzicht.

Frankrijk, le Grand Champ

le Grand Champ

Het afgelopen voorjaar besloot ik in een impuls (en door de gegeven omstandigheden) een huis te huren in Frankrijk. Er stond een huis leeg, al een tijdje, en soms wilden de eigenaar het huis wel verhuren, als ze er niet teveel werk aan zouden hebben.

Het huis lag op een heuvel. Er waren kersenbomen in de tuin, een groententuin naast het huis. Uit die tuin mocht je groenten halen. Het huis was de woning geweest van wijlen de moeder van de boer van wie ik huurde. Sinds de jaren vijftig was er weinig aan vernieuwd, behalve dan een inderhaast aangeschafte waterkoker, broodrooster, fornuis en afwasmachine. (Alles uit de dichtbijzijnste supermarkt, zag ik later.)  Er was geen WIFI, en de telefoonverbinding zou niet stabiel zijn. Het zou er heel stil en heel rustig zijn. Iets in dit verhaal sprak me zo aan dat ik meteen de beslissing nam zo lang mogelijk te gaan. Ik ben er zeven weken geweest. Te kort.

.IMG_1655

Ruimte blijkt moeilijk te vangen voor een digitale camera. Bovendien doe ik er niet veel mee, met fotograferen. Maar ik kan vertellen dat het waar is. Dat het huis eenvoudig is. En donker. En koel. Dat de tuin vol molshopen zit, waar je stoelpoten doorzakken. Ik weet nu hoe je kersenclafoutis maakt, en hoe je die uitdeelt als je ergens op bezoek gaat. Ik vond eieren voor mijn deur, haalde bessen bij de tuinierster een km verderop, at de sla uit de moestuin, kreeg wijn zonder etiket van een neef uit Morogues (Menetou Salon) en diefte de tomaten om de paar dagen. Het is waar dat als je s'avonds je lief wilt bellen je het huis uit moet en aan de andere kant van de heuvel moet gaan staan. Mijn mail haalde ik op bij een vriendin uit het dorp (3 km lopen) of bij het café 'Chez les filles', een café van drie vrouwen waar je gewoon cappucino kon bestellen zonder dat iemand er vreemd van op keek. Het is waar dat je op vrijdag biologisch brood kan kopen bij Albert en dat iederéén dat doet en dat iederéén een ruim begrip is, in het dorp. Woensdagochtend: markt in de stad verderop en ook daar vind je iedereen. De weidsheid van de omgeving maakt het mogelijk een netwerk op te bouwen dat vele kilometers beslaat en toch de intimiteit heeft van een straat. Dat is bijzonder.

  IMG_1576  IMG_1568IMG_1507 10469052_637137636382047_4685074129728037301_o

Ik was er en had de boeken van Knausgård mee. 'Vader", 'Liefde', 'Zoon". Als ik alleen was zat ik s' avonds in de tuin en las de verhalen van een man die zijn eigen leven minutieus beschreven heeft. En daarmee het leven van de anderen. Zijn vader. Zijn oma, zijn broer, zijn geliefden. Het was heerlijk in het geluid van de stilte – vogels, krekels, specht, uil, spreeuwen, zwaluwen, reeën – over het landschap uit te kijken en daar genoeg aan te hebben. Ieder bezoek ontdekte iets anders om genoegen aan te beleven. De eerste gast ontdekte samen met me de winkels, het café, de omgeving en het koken. De tweede gast stippelde allemaal wandelroutes uit die steeds ingewikkelder werden en avontuurlijker en eindigde met een kleine bedevaart van vier dagen naar een Pelgrimsplek in de buurt. De derde gast was verrukt over de botanische ontdekkingen en de oeroude bomen die langs het pad te vinden waren. De gasten daaropvolgend stookten vuurtjes, dronken wijn, zorgden voor de goede gesprekken en konden heerlijk koken…

En daartussendoor bleef ik mijn buitenatelier inrichten, was de kamer een soort van binnenatelier en bleef ik zoeken en poetsen en tekenen en weghalen en weer opnieuw beginnen. Want als ik iets graag wilde in deze periode dan was het wat vele anderen niet willen als ze weg zijn van huis: Ik wilde werken.

IMG_1553

het andere mooi

 

Toen in augustus vorige zomer de Ménière in alle hevigheid terugkwam zag ik in dat ik deze aandoening te accepteren heb.

Het niet kunnen rekenen op mijn lichaam bracht me tot het werken binnen mijn eigen intieme cirkel. Ik wilde vrouwen in mijn omgeving onder de loep te nemen om vooral heel erg goed te kijken naar wat ik zag. Naar wat ik werkelijk zou zien en welke abstracties en welke intenties ik zou vinden. Het werk zou de deur niet uithoeven, het zou markt vrij zijn en het proces zelf was er een van kijken en schilderen. Ik dacht, vooraf, dat het eenvoudig zou zijn. Echt waar, dat dacht ik. Het is fijn om naar vertrouwde gezichten te kijken en nog leuker is het om de gezichten hun verhaal te laten vertellen. Om in een verstilde ontmoeting te komen. Eenvoudig is het dus niet.

Ik dacht genoeg rekening te hebben gehouden met wat ons vrouwen zoal bezig houdt, als het over uiterlijkheden gaat. Geen make up, geen sieraden. Geen van allen. Geen lach. Geen verleiding. Ernstige gezichten kijken me aan. Gezichten die ik ook ken als ze in onbedaarlijke lach schieten, en als  ze zich concentreren, huilen , boos zijn of gewoon aan niets denken. Bij het nemen van de foto's heb ik hen allen gevraagd om sterk aan 'iets' in de toekomst te denken dat hen bezig hield. In de blik zou de toekomst beschoren kunnen liggen. Ik had hoge verwachtingen.

De groep vriendinnen groeide langzaam maar zeker tot 5 paar ogen die me soms -en dat verbeeld ik me vast- een beetje verwijtend aankijken. Het blijkt confronterend te zijn jezelf door mijn ogen en handen verbeeld te zien. En dat terwijl ik toch echt de contouren van alle vormen bijna wetenschappelijk correct heb vastgelegd. Het blijkt moeilijk om juist 'die wang', 'die blik' 'die rimpels' te zien.

In die zin maak ik vrijwel niemand echt blij.

Hoe kan het dan zijn dat als ik binnen kom in mijn atelier ik de dames opgetogen kan groeten. Ik herken ze. Ik zie absoluut dat ze er nog niet zijn, maar wie ze zijn en wat zij in de ontmoeting voor mij betekenen begint er een beetje op te lijken.

Twee weken geleden kwam de partner van een van de geportretteerden langs en zag, voor het eerst, het geschilderde gezicht van zijn vrouw.

Hij herkende haar ook.

Grenzen

Toen de werkgroep Blikopener II zaterdag bij elkaar kwam begonnen we eerst met een rondje: En hoe zit je erbij vanochtend?

Na twee maanden hard gewerkt te hebben aan eigen series, sommigen ook 's nachts in hun dromen werden de antwoorden van de werkgroepleden steeds hilarischer:

'Mijn partner zei : je kan ook ophouden'

'Ik ben eruit, maar ik heb van mijn leven nog niet zo hard gewerkt als het over schilderen gaat. 's Ochtends, 's middags, weekeinde…'

'Die van mij wil het woord grenzen niet meer horen'

'Pas vorige week bedacht ik me dat ik aan het doen ben wat ik eigenlijk altijd al doe: grenzen van binnen naar buiten en buiten naar binnen'

'Graag input van iedereen hier want ik weet echt niet meer of ik goed zit…'

Een fijn begin van een werkbespreking. Het blijkt goed voor iedereen te horen dat zij  wat stress en twijfelfactor betreft precies op de goede timeline zitten: er zijn nog twee maanden voor de expositie gaat beginnen.

Thema: Grenzen. Opdracht: een serie werk naar het gegeven thema. Minimaal 3, max 10.

Een kleine preview:

En dat is nog maar een heel klein beetje..

Beautiful decay. Prachtig verval… kerst 2013

Dit is een werk van Anya Callacio met de titel Aspire, 1999

Op facebook waart al een paar weken een spelletje rond waarin je door het aanklikken van een post een kunstenaar aangewezen krijgt. Je zoekt deze kunstenaar op en post op jouw beurt op je tijdlijn je favoriete werk van de aangewezen kunstenaar. Het genot van internet is dat je zo snel afbeeldingen vindt dat het een lekker op de bank bezigheid bleek tijdens de feestdagen. Ik kreeg door Hinke Schreuders Anya Callacio aangereikt. Ik kende haar niet en ging op zoek.

Toen ik in een overdaad aan weelde terecht kwam werd ik helemaal blij. Van even zoeken werd het langer zoeken, en beelden zien die ik graag echt gezien en geroken zou willen hebben.

Beautiful decay. Prachtig verval. Ik wens het zien van prachtig verval iedereen toe voor het komende jaar.

 

Ze vertelt er zelf het best over.

 

Preserve beauty

 

 

 

Bernadet ten Hove en Katinka Lampe

Bernadet ten Hove         Jonge vrouw, 2011. Naar Rogier van der Weyden. Acryl, lakverf en vilt op aluminium 73,5 x 35 x 2 cm

Katinka Lampe          807587, 2008, 80 x 75 cm

 

Mijn Annaserie is in gevorderd stadium maar nog niet klaar om te tonen. Ik zoek als een gek naar de juiste beeldtaal om de gezichten van de vrouwen gestalte te geven. Steeds word ik geprikkeld, enthousiast en/of geërgerd bij het ontdekken van nieuwe portretten. Is het toeval dat ik steeds meer vrouwelijke portrettisten vind die ook teruggrijpen op de iconografische waarde van 'het portret' en zich afvragen waar die identificatie met het portret nu uit bestaat?

Geprikkeld door Bernadet ten Hove (Trouw, Bijlage letter &geest, 7 dec) die het heeft over het objectiveren van een gezicht en dan uitkomt bij meesters als van der Weijden en Holbein. Geprikkeld (mijn terrein ) lees ik verder. Ten Hove: 'Telkens vroeg ik mij af: 'Wat heb ik nodig om tot een geloofwaardig gezicht te komen?' . De panelen tonen een driedeling op aluminium. Basis; neutraal wit. Kleding; felgekleurd, gezichten deels neutraal en deels in het grootste zwart wit contrast. En dan gaat het om vrijwel zwarte ogen in een wit gezicht. Die dan ook nog eens van stukjes vilt zijn gemaakt. Universele uitdrukkingen? We zoeken er allemaal naar kennelijk. Ik in ieder geval, naar het persoonlijke in een gezicht en het universele. Waardoor een gezicht 'verdingt' en tegelijkertijd veelzeggend kan worden. Ligt dat in het gebruik van de materialen (nieuwer en anders) die ten Hove gebruikt of staan die materialen nu juist in de weg? Ik kom er niet uit.

Katinka Lampe doet het net ff anders. Zij zet grote rustige vlakken op in teruggehouden tonen – dus ook die terughouding- maar  de ogen bieden het grootste kleurcontrast in het werk, terwijl ze zijn aanepast aan het kleurenpalet van het schilderij. Ik vind het eigenlijk wel fijn dat Lampe niet een verhaal heeft bij haar schilderijen. (Catalogus Kate, Bob en Luca, uitgeverij d'jonge Hond) En dat ze er rond voor uit komt -dmv haar werk- dat esthetiek een van de doelen is. Dat kijkt wat makkelijker en ik voel me vrijer in mijn kijken. Het behagen werkt op me als een Grand Café; Fijn, lekker verzorgd worden in een mooie ambiance. En toch..Het is niet gewoon genoeg. Het lijkt te gemakkelijk. Ik wil de straat op.

 

Beide kunstenaars werken plat, platter dan plat en halen het werk daarmee naar deze tijd.

Ik vraag me er van alles bij af:

Zijn ze neutraal?

Kan ik wel neutraal blijven bij het kijken naar een portret?

Vetellen ze mij iets waar ik bij wil blijven of juist van weg wil gaan?

En zo ja, wat dan?

Raken ze me?

En zo ja, waar ?