Dagboek

Hieronder staat een overzicht.

Fragile

naamloos-1.jpg
We waren waarschijnlijk de enige nederlanders ‘at the BAM’ in Brooklyn bij het concert van Antony Hegarthy en the New York Philharmonic, vrijdagavond 9 maart. Bij het binnengaan in de zaal klonk uit de speekers een toespraak van Martin Luther King.

Geen reden tot zwijgen voor het publiek. En hoe te beschrijven? Dit publiek. Ik ben nooit zo van de concerten geweest dus het hele fenomeen was gloednieuw voor me. : Allemaal mensen die om precies de zelfde reden als ik hier in deze zaal waren beland: omdat zij ook tijdens het auto rijden of op droeve en diepe dagen de meeste teksten als inprint en bij herhaling toegediend krijgen ergens van binnen. Iets dat zo intiem is lijkt niet gedeeld te kunnen worden. Maar ja, als je daar met een paar honderd man op diezelfde plek geraakt wordt dan werkt er wel iets. Er werd geschreven dat hij de zaal hypnotizeerde. Dat is denk ik te zacht uitgedrukt. Wat hij op riep bij mij komt terug in een woord dat nu na een week de lading dekt: Fragile.
En als toevoeging: handle with care

naamloos-2.jpg

En kunst, New York?

O ja ja het hield niet op. MOMA, -eindelijk de dansers van Matisse gezien die tijdens mijn studie boven mijn bed hingen, achteloos boven een trap hangend.. En een videoinstallatie van Pippilotta Riist die onweerstaanbaar geweldig is- Guggenheim, het DIA Beacon -tip van Steven: neem de trein en ga naar Beacon- en ja, wat een fantastisch museum is dat: De Mooiste spin van Louise Bourgeois op de Beste plek denkbaar, Cy Tombly, Richter, 4 kolossen van Richard Serra in een ruimte die speciaal hiervoor ontworpen is, enorm veel enorm groot en door al het daglicht een heel ruim klimaat. Je kan fietsen door de zalen en we vielen van de ene beleving in de ander. Amazed, yes.
De besten, de grootsten en het mooist getoond. Zonder overdrijven.
Met, ja en dat vind ik héél belangrijk, op veel plaatsen van die heel lekkere banken om in uit te rusten en min of meer in slaap te vallen. Een neiging die ik heel vaak heb tijdens het musea bezoeken. Alsof al dat moois me acuut te veel wordt en ik door mijn ogen dicht te doen het beter op me in kan late werken. Gelukkig was ik niet de enige en dat weet ik nu voorgoed.
En in Chelsea, galeries in en uit van alles en nog meer tegen gekomen waarvan de tekeningen van Balint Zsako me het meest zijn bijgebleven. Ik plaats hem bij de links. Zo raak, luchtig en perfect kijkplezier dat het opviel tussen het vele moeizame en pompeuze gebral in het fancy Chelsea circuit. Ergens moet al een ander circuit bezig zijn zich te ontpoppen, kan niet anders.

En dan onder de noemer bijzondere ervaringen : Heb ik eindelijk met een cappucino in kartonnen beker door een drukke straat gelopen en gemerkt dat dat ook erg onhandig is. Bovendien komt Starbucks nu in Nederland las ik bij terugkomst als grootste nieuws. Blij zijn? De smaak van de koffie op zich is goed, maar de kwaliteit van de cappucino laat te wensen over: veel te melkig. Als je een kleine capp. neemt en een expresso erbij gooit is de smaak goed, maar het geheel te lauw.

Het regent

Morgen vertrekken we naar New York. De lijstjes met What to See en What to Buy worden langer en langer. We zijn er niet goed in, Mark en ik, om ons voor te bereiden. Tenminste: ECHT voor te bereiden. Ik ga altijd liever ergens heen en volg mijn neus een beetje. Maar, ouder en wijzer geworden weet ik dat je bij stedentripjes toch maar beter wel in je hoofd kan hebben wat je wil gaan zien.

Ik ben altijd gelukkiger als ik een werk in opzet heb staan. Ook nu laat ik een dame in het rood achter. Het ging gewoon niet anders. Ik zou aan iets ‘echts’ beginnen maar toch trok dit doek me zo dat ik er mee aan de slag moest. En ja daar was ze weer. Tegen cursisten zeg ik vaak dat je iets net zolang kan schilderen tot het op is. Want ben je leeg geschilderd dan ontstaat er vanzelf iets nieuws. De rode jurken staan in mijn hoofd geprint. En laten een kant van me zien waar ik me ook zo voor geneer: dat oer vermengd met Oilily – achtige truttigheid.

Ik gun mezelf een periode van werken waarin ik zoek naar een uitspraak die raakt aan het archetypische.

Niet het kleffe ik-zou -zo -graag-willen-dat- de-wereld-mooi-was maar het vrouw zijn van 45 jaar. Niet ongeschonden en niet verpletterd. Vruchten plukkend en tranen gedroogd. Littekens blootgelegd.
Over de rode dames kan ik eerlijkheidshalve zeggen dat ik vooral geniet van het schilderen zelf. Net zoals vroeger achterin de auto, tussen mijn zussen geperst, op weg naar Frankrijk met een blocnote van de HEMA op schoot, onmogelijk formaat, eindeloze herhalingen van meisjes. Eindeloze kleine variaties op een thema. Er was alleen zo’n blocnote en een balpen voor nodig om uren en uren in een wereld te zijn die maakbaar was.