Op aanraden van velen, en naar aanleiding van een artikel over prismaglazen in zuidelijke regionale kranten had ik een afspraak gemaakt bij de arts die gespecialiseerd is in de Utermöhlen richtlijn. Het was er een drukte van belang. Allemaal Ménière patienten die hetzelfde artikel hadden gelezen. De arts bleef er even vrolijk en aardig onder. In de wachtkamer werden ervaringen over 'onze' aandoening uitgewisseld. De medische zorg kwam er ook hier niet goed vanaf.
Waar ik meer mee bezig was was het atelier achter de praktijkruimte die ik had gezien bij aankomst. Het kon niet anders of de arts was de echtgenote van Wim Biewenga. Van het een kwam het ander en een half uur later stond ik, met een recept op zak in het atelier van Wim.
Van alle kaarten die PLINT de laatste jaren heeft uitgebracht waren die met de gedichten van Herman de Coninck en Hans Andreus me het dierbaarst.
Ik stuurde ze niet op, ik wilde ze houden want ze waren zo mooi.
Het nieuwe werk van Biewenga heeft dezelfde stilte. Is alleen nog stiller geworden. Nog eenvoudiger.
Nu kon ik het hem vragen, waarom.
Het antwoord werd niet alleen in woorden gegeven. Het antwoord lag in de werken zelf met goed kijken en de tijd nemen. Het duurde even voor ik de tedere strengheid kon zien. En de ontwikkeling in zijn werk kon begrijpen.
:
Niet formeel, maar wel verwijzend naar zichzelf. En toch net iets meer dan alleen zichzelf want Biewenga laat sporen achter in al zijn werken. Minuscule kleine spoortjes, potloodlijntjes, veegjes. Bijna onzichtbaar, of net zo zichtbaar dat het de laag onder de oppervlakte blijkt te zijn.
:
Niet formeel, maar wel verwijzend naar en in familie met een Mondriaan, of Malevich. En toch net iets zachter van toon, net iets fijner van uitdrukking.