En zo stonden wij de eerste week van mei in de zon in het weiland achter Cobi’s huis.
Innig geluk dat het weer goed bleef tot zaterdag en wij alle lappen in de eerste kleuren konden zetten. We bleven niet zonder vlekken, hoewel Cobi schoner werkt dan ik. Ik geloof dat ik nu nog, een week later, verfresten op mijn been vind, en bij mijn nagels, die er op deze foto nog christelijk uitzien.
Toch zijn we bezorgd over de grootte van de uiteindelijke vlagzeilen. Buiten vallen alle formaten heel snel weg. En de transparantie van de zeilen die min of meer op gaan in het landschap is heel kwetsbaar en meteen een enorme uitdaging. Alsof je kant ophangt in het landschap. Ik heb inmiddels gehoord dat de plek waar de vlagzeilen komen te staan wel zo is dat men er op korte afstand naartoe kan komen -en dus de tekstfragmenten kan lezen die op de gekleurde vlakken komen te staan-. De mast en giek zijn al klaar en voor de formaten en de snijlijn zouden we vandaag de vlaggen hijsen en kijken hoe het geheel eruit komt te zien, ware het niet dat het vandaag stortregent.
Ik houd me dus deze dagen bezig met het naaien van de banden op de zeilen voor versteviging en Cobi is begonnen met het naaien van de banieren die breed uit kunnen waaien. Op de Albert Cuyp heb ik goede ouderwetse verstevigingsbanden gevonden en mijn arme machine kraakt en zwoegt kuchend en puffend zich een weg door de al geplastificeerde lagen stof.
Té dichtbij mogen toeschouwers nu ook weer niet komen..