Gisteren mijn atelier helemaal gepoetst en geboend zodat ik weer wat ruimte heb. Lijsten besteld en materialen aangevuld. En tot 10 uur s’avonds bezig gebleven. Dat ik een paar nieuwe cd tjes had gekregen en me weer alle kanten op kon buigen hielp hier geweldig bij. Tijd vergeten, Oi va voi op de achtergrond, meer lichtbakken. Wat ben ik blij dat een mens kan bewegen! VAn links naar rechts en achterstevoren. Wat een feest.
Het eerste werk dat ik onder handen nam dit weekeinde werd een mix van recente ervaringen.
De belangrijkste ervaring was het doorploegen van een biografie van Leonardo da Vinci. (Serge Bramly, Leonardo, de mens en zijn kunst). In het Louvre heb ik me erg verbaasd over het bezoekersgedrag rond de Mona Lisa. -In Florence verbaasde ik me ook erg rond het werk van Michelangelo en Boticelli) Zij hangt aan het einde van een gang waar je een aantal werken, 4 denk ik, van het werk van da Vinci passeert. Ik was opgetogen! Er zijn wereldwijd slechts 15 schilderijen/fresco’s bekend, bewaard gebleven die van de hand van da Vinci zijn: Een ervan is het schilderij van Johannes de Doper. Dit werk hangt bijvoorbeeld vlak bij de Mona Lisa: een geweldig schilderij. Echt iedereen liep er straal langs op weg naar de Mona Lisa. : Geen tijd, geen aandacht en geen kennis voor de kwaliteit van een schilder en zijn resterende oeuvre maar op weg om iets te zien waar je meteen een foto van maakt of een video om thuis te laten zien dat je er was. (Zo’n rare gewoonte. De reproducties in de museumwinkel zijn altijd nog 100 keer beter als je eigen foto.) De Mona Lisa is een westers archetype geworden, een instituut. En Dan Brown heeft het niet beter gemaakt.
De vorige zomer hebben we het laatste avondmaal bezocht in Milaan. Ik kan niet anders concluderen dat Dan browns’ Da Vinci Code gebaseerd is op een speculatie en niets met de werkelijkheid van doen heeft. Volgens Serge Bramley zou da Vinci weinig op hebben met vrouwen en staat zijn homofiele geaardheid meer dan vast. Aanneembaar zou zijn dat hij van heel mooie jonge jongens hield: aldus Johannes in vrouwelijke pose.
Als ik lees dat ook da Vinci aan het einde van zijn leven uit de mode raakte, gedateerd werd, dan is het fenomeen mode wel een studie waard. Ik probeerde me steeds een beeld te vormen van deze man die de helft van zijn tijd hoffeestjes vorm gaf met grappen, de rest steeds een passie najaagde om te onderzoeken wat de kern van het leven nou eigenlijk inhoudt, en af en toe een schilderij maakte maar niet door en door gepassioneerd lijkt. Niet? Of wist hij heel goed dat je alleen kan schilderen als je iets te zeggen hebt? -Hij heeft werkplaatsen vol leerlingen gehad die de ‘portretten afwerkten’ maar de portretten alleen van de hand van da Vinci zijn onvindbaar, verdwenen op een paar uitzonderingen na- Waar zijn de werken gebleven die ‘verloren zijn gegaan’: weggegooid? En waarom zijn er dan wel hele pakken schetsen-notites bewaard gebleven?
De biografie schetst een heel genuanceerd beeld over het leven van da Vinci. De biograaf laat zich gelukkig niet verleiden tot het invullen van de gaten, af en toe haalt hij Freud erbij die ooit da Vinci langs zijn freudiaanse meetlat heeft gelegd en vraagt zich dan weer af of Freud wellicht niet wat overdreven heeft met de duiding…etc.
Goed. Een andere ervaring : het bosje bloemen dat ik kreeg. Ze hoorde zo thuis in de zegeningen dat ze meteen vereeuwigd werd. Met een gouden randje.