Terwijl Europa huilt om het leed en de schrik in Brussel leg ik de laatste hand aan mijn nachtschilderij. A. zei me: Er moet een zwarte ster in.
Ik vroeg waarom. Niet zomaar, ook niet bedacht, maar die ster in de nachtlucht, dat moest hem worden. Ik zocht naar de betekenis van ‘zwarte ster’ en kwam allereerst op anarchie. Kwam op de ‘orde van de zwarte ster’ (Frans: “Ordre de l’Étoile Noire”) , een nogal vage Franse koloniale ridderorde. En toen vond ik Blackstar van Bowie, (natuurlijk!) en las het volgende citaat:
Ralph-Hermen Huiskamp, 3 voor 12 VPRO, 11 januari 2016, hele artikel, klik hier
‘In het nummer Blackstar verhaalt Bowie vanuit een ander fictief karakter, zoals hij dat al zo vaak deed in zijn carrière. Hij is geen filmster, geen popster, zelfs geen gangster, zingt hij in Blackstar. Hij is een zwarte ster. Iemand die ver boven de rest uittorent en alles anders doet dan de andere sterren. En op de dag dat die “Blackstar” overlijdt, neemt een nieuwe zijn plek in’.
‘Oeps” zei A.