Dit koude weekeinde zijn we afgereisd naar België. In Gent vond een gesprek plaats tussen Berlinde de Bruyckere en Phillipe van Cauteren (artistiek directeur SMAK). (Dit vooruitlopend op haar inzending voor de Biënnale in Venetië, aankomende zomer.) 225 Mensen met allen hun jassen aan tegen de kou. Wij op de derde rij, vijftallig. Het gesprek werd georganiseerd door virienden van het SMAK. Wij waren geen vrienden en mochten daarom ook niet mee borrelen na afloop, maar what the hell, het gesprek overtrof verwachtingen van welke aard dan ook.
In Venetië is de Bruyckere een Sint Sebastiaan (de pestheilige van Venetië, dus er bestaan er nogal wat) gaan opzoeken. De naam van de maker is me ontschoten en ik ga ‘m opzoeken en beloof ermee te komen, maar ik hol eerst even door:)
Dit werk wordt haar uitgangspunt voor de Biënnale. Als inspirator en soulmate heeft zij Coetzee gevraagd haar ‘curator’ te worden. Zij schrijft hem, hij schrijft haar. Er gaan geen afbeeldingen over en weer, alleen tekst. Door die tekst te formuleren wordt zij steeds scherper in haar eigen beweegreden en wordt zij geïnspireerd door een van de grootste literatoren van deze tijd. Alles in deze vrouw ademt oprechtheid uit. Bijna egoloos vertelde zij over haar zoektocht naar beelden en uitdrukkingen. Vertelt zij wat inspiratie voor haar inhoudt: het totaal absorberen van een idee, van woorden. Het stadium waarin een plan zich ontvouwt omdat je door iets geraakt bent, het rondlopen en gevuld zijn. Je kan het aan haar zien. Ze zat er alsof ze na het gesprek hup weer naar huis zou gaan om meteen een overal aan te trekken en verder te gaan. Nauwelijks tijd om vrienden te zien, naar openingen te gaan. ‘Dank voor jullie komst’ en het is haar gegund.
Ik was gefascineerd, ben gefascineerd door haar zoektocht naar huid en pijn. Begon ze haar loopbaan met installaties rondom‘shelter’, nu gaat zij totaal het lichaam binnen en voel je vooral deernis bij het zien van haar beelden. Raken, geraakt worden, afschuw en schoonheid bij elkaar. Het is overduidelijk een missie voor de Bruyckere om deze twee elementen met elkaar te verbinden.
Werken met literatuur, werken met dansers, werk laten zien voor slechts een weekeinde, samen met dansers. Haar werk in Istanboel, in een Hamam, haar werk in Londen, tegenover het werk van Giordano -die naam weet ik dan wel weer-. Ik heb grote bewondering over wat zij neerzet en de eenvoud van haar zoektocht. Zover ik een patroon heb kunnen waarnemen gaat het als volgt: Zij wordt geïnspireerd door een werk, een foto. Dit gaat op fascinatie en de werking van een beeld op haar gevoel. Dan zoekt zij het hogere in de afbeelding: zij noemde het in het geval an de St Sebastiaan het feit dat de pijl maar een bijzaak leek te zijn: ‘hij staat boven die pijn’. Vanuit dit hogere duikt ze weer diep naar beneden om alles wat schuurt en schaaft te verbeelden.De afbeeldingen hierboven laten eerst een foto zien uit een archief in Istanboel: een foto van een arts die tumoren verwijderde, en daarna de patiënt wil fotograferen als ‘case’. Deze ‘case’ werkt op de Bruyckere als een Madonna van Smarten. Het resultaat is de afbeelding eronder: de buik van de Madonna. Associaties te over.
En dat dit hard, wreed, ongemakkelijk werk zou zijn is aan de kijker. Wat haar verbaasd is dat zij nooit mensen over het acht uur journaal hoort zeggen: Wat die journalisten ons laten zien is te onverdragelijk, terwijl in haar ogen dat toch zeker wel het geval is: alle geweld die daar over ons heen rolt is evenzo gruwelijk.
Ja. Maar er zijn maar echt weinig mensen bereid om die pijn ook helemaal in zich op te nemen.
Hulde.