Marije Verbeeck 2007
Ze noemt zichzelf een koffiesnob en bij binnenkomst biedt ze me direct koffie aan. Haar lijfspreuk luidt: ‘Je leven mag volkomen mislukken, maar je koffie moet altijd goed zijn’. Ik wil dat meemaken dus we gaan naar boven, naar de keuken. In dit huis wordt duidelijk veel van Italië gehouden. De muren zijn warm oranje gestuukt en er staat veel aardewerk.
Het ritueel begint. Ze maalt de bonen (afhankelijk van de bui Santos, Maragogype of Kilimanjaro met een klein elektrisch molentje. Ze heft een lofzang aan op haar roestvrijstalen espressopotje dat de állerlekkerste koffie produceert. De verse melk klopt ze zorgvuldig met de hand op. Ze serveert de koffie in grote blauwe kommen want ook het drinkgerei speelt een rol in de belevenis. Goede koffie is voor haar een symbool voor kwaliteit en een teken van levenskunst, vandaar dat je zo’n mysterieus bakkie wel eens tegenkomt in haar werk. Wie iedere dag roodmerk uit de filterpot drinkt heeft volgens haar geen respect voor zichzelf en zijn gasten. En ja: haar koffie smaakt hemels.
Het schildersatelier annex woonhuis van Francis Kilian is gevestigd in de oude ijsfabriek van Meppel. Beneden in het atelier herinneren alleen de granieten vloer en een paar spoelbakken nog aan het koele verleden van deze plaats. De ruimte doet nu juist warm aan. Misschien komt dat door de tientallen kleurige werken die op tafels in de maak zijn en die langs de wand staan te drogen. Misschien komt het door de muren van de aangrenzende patio die diep oranje zijn. Hoe dan ook: ik herken in het atelier een thematisch gegeven dat mij in Francis’ werk ook treft: hoe kou en warmte naast elkaar op het doek de ruimte krijgen, maar niet vermengen tot iets lauws.
Voor Francis is schilderen de manier om de wereld en haar plaats daarin te ordenen. Schilderen maakt de wanorde van het leven overzichtelijk. De mens is het centrale onderwerp in haar werk. Deze mens, die er meestal uitziet als een klein meisje, staat op het punt om een wezenlijke beslissing te nemen en twijfelt. Er is geen perspectief of zelfs maar een duidelijk landschap. Er is geen ander mens om op te steunen. Er is alleen maar een uiterlijk lege, verontrustende en merkbaar geladen ruimte. De mens draagt zijn lot in alle eenzaamheid, staat op het scharnierpunt van verleden en toekomst en moet zelf de volgende stap bepalen.
Als toeschouwer wil je mee op weg; je sympathie en je nieuwsgierigheid zijn gewekt. De kans bestaat dat je jezelf herkent in dat meisje op de hinkelbaan of met haar koffertje.
Vaak zijn er kleine, stille hulpbronnen langs de weg in de vorm van een vlinder, een boekje, een koffer, een vlieger, een jurkje of een kopje koffie. Daar zit een geheim in, de sleutel tot een uitweg uit de situatie of een verwijzing naar hoe de toekomst eruit moet zien. Of het geheim ontsluierd zal worden is de vraag, maar tegelijkertijd zijn deze dingen zo overrompelend alledaags dat je denkt: het zal wel goed komen.
achtergrond foto de Vogelvrouw